De kwaliteit van de wegen en openbare ruimtes bepaalt de toegang tot gebouwen en voorzieningen voor mensen met beperkte mobiliteit (PMR) of mensen met een handicap, en verbetert het comfort voor alle gebruikers. Wat zijn de aanpassingen en straatmeubilair die geïmplementeerd moeten worden om te voldoen aan de toegankelijkheidsregels in stedelijke omgevingen ?
De vraag van de toegankelijkheid van de openbare ruimte
Een toegankelijke weg moet het mogelijk maken voor mensen met beperkte mobiliteit (PMR) en degenen met visuele, auditieve of cognitieve handicaps om zich vrij te verplaatsen in de openbare ruimte. Dit vereist specifieke aanpassingen die ook de mobiliteit van alle gebruikers verbeteren. Zo vereenvoudigen bredere wegen de toegang voor mensen met een assistent-hond, mensen die een stok gebruiken of degenen die zich met een kinderwagen verplaatsen. Iedereen, ongeacht hun leeftijd, profiteert van veiligere looproutes.
Het principe van de continuïteit van de mobiliteitsketen voor iedereen werd geïntroduceerd door de wet van 11 februari 2005 voor gelijke rechten en kansen, deelname en burgerschap voor mensen met een handicap, artikel 45. Het is van toepassing op de weg, maar ook op het gebouwde milieu, de inrichting van de openbare ruimte, evenals vervoersoplossingen en hun intermodaliteit. In elk van deze ruimtes moeten obstakels voor de circulatie worden verwijderd. Werken aan de wegen nemen een bijzondere plaats in, aangezien het een strategisch schakelpunt is in de keten die de toegang tot alle andere ruimtes garandeert.
Bij renovatie zijn de technische voorschriften die door de regelgeving zijn vastgesteld niet overal van toepassing. Bijzondere maatregelen maken het mogelijk om te voldoen aan de toegankelijkheidsvereisten. Bijvoorbeeld, in oude wijken waar de paden soms smal zijn, kan de installatie van PMR-toiletten de rijweg in beslag nemen. In dat geval is het noodzakelijk om een kleinere standaardinstallatie te plaatsen en duidelijk de locatie van de dichtstbijzijnde aangepaste voorziening aan te geven.
Toegankelijkheid van de wegen
Het doel van de toegankelijkheidsnormen voor wegen is om maximale autonomie te bieden aan alle gebruikers. Het decreet nr. 2006-1657 van 21 december 2006 bepaalt dat deze optimale toegankelijkheidsvoorwaarden van toepassing moeten zijn op alle wegen die open zijn voor verkeer. Buiten de stedelijke gebieden omvat dit parkeerzones, haltes voor openbaar vervoer en hulpverleningsposten. Over het algemeen hebben deze normen betrekking op:
- De trottoirs;
- De ontmoetingszones;
- De 30 km/u zones;
- De voetgangersgebieden;
- De groene wegen;
- De oversteekplaatsen voor voetgangers op de rijbaan, tramsporen en spoorwegovergangen…
Al deze verkeerswegen moeten kenmerken vertonen die gunstig zijn voor de verplaatsing van personen met beperkte mobiliteit. Dit betekent dat de aanwezige bestrating een gemakkelijke en obstakelvrije doorgang moet garanderen, vooral voor rolstoelen en looprekken. Gladde bestratingen moeten vermeden worden, inclusief die welke hun grip verliezen bij regenachtige periodes: tegels, glasplaten, bepaalde soorten klinkers, losliggende materialen... De circulatieruimte voor voetgangers moet daarnaast vrij zijn van obstakels. Vaak worden deze belemmeringen voor de doorstroming veroorzaakt door verkeerd geplaatste straatmeubels: palen, zuilen of zelfs afvalbakken.
De wegen moeten ook toegankelijk zijn voor mensen met een zintuiglijke of cognitieve beperking. Dit gebeurt door het installeren van aangepaste signalisatie voor slechtzienden, zoals podotactiele stroken en noppen die geplaatst worden bij kruispunten of in de buurt van hoogteverschillen. Deze waakzaamheids- en aandachtsverhogende systemen complementeren de inrichting van een voetgangerspad, dat duidelijk gescheiden is van de rijbaan (door middel van kleur van de bestrating, groenstroken die de verschillende wegen afbakenen, enz.).
Toegankelijkheid van straatmeubilair in de openbare ruimte
De wegen bieden toegang tot de verschillende gebouwen en voorzieningen in de openbare ruimte. De rust- en ontmoetingsplekken zijn strategische zones in het stedelijke netwerk waar gebruikers elkaar tegenkomen en informeel kunnen communiceren. Het plaatsen van toegankelijk straatmeubilair biedt iedereen de kans om sociale verbindingen te maken en draagt bij aan het verbeteren van het comfort voor alle gebruikers. De aanwezigheid van bankjes en rustmeubilair die toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit langs de wegen komt ook ten goede aan ouderen, mensen met kinderen of kinderwagens, en mensen met ademhalingsproblemen. Voor het comfort van iedereen worden deze buitenmeubelen bij voorkeur geselecteerd met een thermisch neutrale zitting, om te voorkomen dat de oppervlakken in de zomer te heet en in de winter te koud worden.
Onder de belangrijkste elementen van de openbare ruimte vallen de sanitaire voorzieningen. Toegankelijkheid is essentieel en de aanwezigheid ervan is noodzakelijk op drukbezochte locaties en toeristische gebieden. Als openbare voorzieningen moeten de PMR-toiletten voldoen aan de bouwvoorschriften zoals vastgelegd in het decreet van 1 augustus 2006. Verschillende elementen worden in overweging genomen om de toegankelijkheid van de toiletten te bepalen:
- De deuren;
- De afmetingen, vooral de zijkanten;
- De vloeren en wandbekleding;
- De steunbeugels;
- De hoogte van de wastafel;
- De bediening van de kraan…
De toegangsvoorwaarden voor de cabine moeten ook in overweging worden genomen, met aandacht voor het plaatsen van begrijpelijke signalisatie voor een breed publiek. De aanwezigheid van bankjes in de buurt verbetert het gebruiksgemak, vooral voor begeleiders of groepen bezoekers.